Vrijwel iedereen gaat wel eens ‘nat’

De oorspronkelijk uit het klaverjassen afkomstige uitdrukking ‘nat gaan’ betekent dat je verliest, zelfs wanneer je dacht veel slagen te hebben gemaakt, bijvoorbeeld doordat je je hand overspeelt.
Maar ‘nat gaan’ laat zich ook filosofisch verstaan: het betekent dat je in jouw streven verliest wanneer je, bij tegengas op je acties, overtuigingen of gevoelens, hardnekkig vasthoudt aan een strategie die je dwingt steeds verder te gaan (mogelijk zelfs ten koste van integriteit). In die verkramping raak je gevangen in je eigen perceptie van de wereld en ondermijn je het succes van wat je nastreeft.

Bij het aansturen van bewustzijnswerkgroepen ben ik vrij stellig. Ik ga uit van kernachtige eeuwenoude uitgangspunten die bedoeld zijn om spiritueel wakker te schudden. Dat kunnen deelnemers soms niet goed hebben, is gebleken. Men meent meestal ook al geheel wakker te zijn, terwijl deze uitgangspunten laten zien dat dit onmogelijk is en wat eigenlijk ook wordt aangetoond door iemands deelname aan zo’n bewustzijnswerkgroep. Soms ergert men zich stilletjes aan stellige uitgangspunten (of aan mij als verkondiger ervan) of men schiet na enig ‘bescheiden aarzelen’ toch nog in de verdediging. Maar er valt in bewustzijnswerkgroepen van-Zelf-sprekend niets te ergeren of te verdedigen, want het gaat om contemplatief luisteren, vragen aan elkaar stellen en argumenten delen. Kortom: het gaat om leren.

Negatieve gevoelens zijn als rode vlaggetjes
in het drijfzand van identificatie

Bewustzijnswerk begint met zelfanalyse. Wrevel ontstaat door identificatie met de eigen perceptie, met de eigen mindset die in een nieuw en kennelijk ongewenst licht komt te staan. En dit creëert oppositie-gevoelens of -gedachten. Lettend op de gevoeligheden van deelnemers (hartjes zijn kwetsbaar, teentjes zijn lang en lontjes zijn kort) zie ik dat het kennelijk (nog) niet anders kan dan dat men vaak als eerste ontstemd raakt, want het gebeurt telkens weer. Ik kan hiermee omgaan, ik zou met mijn bewustzijnswerk moeten stoppen als ik geen kritiek zou aankunnen. Ik leer er ook van, zeker, maar vooral wie zich op welke manier dan ook ongemakkelijk gaat voelen door mijn aanpak zou iets kunnen leren. Het is nodig dat men zich als eerste realiseert dat elk opkomend gevoel van ongemak duidt op innerlijk werk en dat negatieve gevoelens een zegen zijn voor wie zich innerlijk wil bevrijden. Negatieve gevoelens zijn namelijk rode vlaggetjes in het drijfzand van identificatie die waarschuwen: ‘Hó, stop! Start innerlijk onderzoek.’
Als de eigen ergernis wordt begrepen, stopt kritiek (wat iets anders is dan kritisch zijn). En als kritiek stopt, ontstaat er een diepgaand (en mogelijk kritisch) uitwisselen over hoe we ons bewustzijn kunnen ontwikkelen tot een permanent wakkere staat.

Het is mijn indruk dat vrijwel niemand goed is geïnformeerd over wat bevrijdend is als men moeite heeft met omstandigheden. Zeker als men door eerdere levensomstandigheden ‘beschadigd’ is geraakt kan iemands innerlijk bij het minste of geringste op tilt gaan. Opvallend is dat hoe meer ‘last’ men heeft van dingen, hoe minder men échte interesse lijkt te willen opbrengen voor een permanente bevrijding van geestelijke ballast. Het buiten de deur houden (vanuit welk idee of ‘gevoel’ dan ook) van werkelijk helende informatie is te vergelijken met het zonlicht buiten willen houden terwijl je in het donker zit.

Als mensen door mijn informatie in de contramine raken, speelt soms dit mechanisme: “Ik ben al heel lang met mijzelf bezig hoor, ik bén al heel diep gegaan, dus zeg me niet dat ik dit niet al weet”.
Eigenlijk bedoelt men: “Zeg me alsjeblieft niet dat ik het belangrijkste over het hoofd heb gezien; zeg me alsjeblieft niet dat mijn problemen niet zo lang hadden hoeven duren; zeg me alsjeblieft niet dat mijn pijn (onzekerheid, stress, woede, verdriet) al eerder had kunnen oplossen.” Van de weeromstuit gooit men de kont tegen de krib en is bewustzijnsonderzoek onmogelijk geworden.

Vanuit deze onbewuste gedachtendrijfveer ontstaat een vervelende identificatie: “Door al mijn worstelingen (en therapieën en cursussen) ben ik al heel ver in mijn bewustzijnsontwikkeling gekomen”. Dit idee wordt soms nog gevoed door te denken dat een hoge gevoeligheid voor triggers vanuit de buitenwereld zou duiden op een hoog bewustzijnsniveau. Deze vermeende hoog-gevoeligheid is echter meer een hoge ‘gevoeligheid’ voor alles wat men niet aankan of aanstaat. Dit duidt op een onstandvastig zelfbeeld dat makkelijk gekwetst kan worden; een zelfbeeld dat door identificatie en projectie standhoudt en ware innerlijke godskracht afschermt. Krachtig leven vanuit onvoorwaardelijke liefde, wat men vaak zegt na te streven, is dan onmogelijk. Een afwerend masker van ‘ik ben spiritueel’ opzetten is contraproductief en brengt ontwikkeling nog verder van huis.

Voornamelijk buiten onze comfortzone
krijgen we zicht op ons innerlijk ‘werkgebied’

Informatie over werkelijk Bewust-Zijn – zeker als dit weerstand oproept – werpt nieuw licht op lijden, moeilijkheden, frustraties, ambivalent reageren op omstandigheden en op het projecteren van ongenoegens op anderen. Kortom, er komt licht op het eigen innerlijke ‘werkgebied’ om tot bevrijding te komen. Cruciale informatie over Bewust-Zijn ontbreekt in alle sectoren in Nederland, in opvoeding en onderwijs, in maatschappij en politiek, in therapieën, maar ook in de vele z.g. bewustzijns-podcasts.

Veel mensen willen eigenlijk niet geïnformeerd worden en sluiten zich af voor een bewustzijnsproces, waardoor hun ‘ik-bubble’ kan blijven bestaan of zelfs groeit. Zo’n jezelf ontregelende ‘ik-bubble’ doet je ‘nat gaan’ op momenten dat je dit het minst kunt gebruiken. Je verliest jezélf en je gaat je hand overspelen in conflicten. Hierdoor kun je belangrijke zelfopgelegde kernwaarden niet waarmaken en dus ook niet uitdragen. ‘Nat gaan’ is triest en onzinnig, want het staat ware geestelijke potentie in de weg.

Daarom is het nodig om als spiritueel-filosofisch ‘gids’ bewustzijnsinformatie op te blijven gooien, als stenen in troebel psyche-water. Als men praktisch zelfonderzoek zou omarmen i.p.v. afwijzen, zal dit bevrijdend uitpakken. Een boost van bevrijdende informatie inspireert tot oefeningen die kracht geven en licht maken. Zeer verheugend!

Aandacht hebben voor psychische ballast en hoe die te overstijgen, is het begin van innerlijk werk, en zeer bevredigend als je dit als eigen levenscoach aangaat! We moeten de luiken opzoeken die zonlicht tegenhouden en die moedig openen. Openstaan voor iemand die weet waar de luiken zich bevinden en hoe je ze kunt openen, is voor het realiseren van een krachtig innerlijk anker noodzaak.

© Michiel Koperdraat