Over liefde

Wat is liefde?

Onvoorwaardelijke liefde, daarover wordt meestal gesproken als het hoogste goed in ons. En dat is het ook! Maar vraag je eens af: bestaat er ook vóórwaardelijke liefde? Of hebben we het dan eigenlijk over iets anders?

We hebben het eigenlijk nooit over wat liefde in essentie is. We zien het – en praten erover – als over iets vanzelfsprekends dat we niet nader hoeven te duiden. Toch is het goed om het begrip liefde eens goed af te tasten om te zien of we het wel allemaal over hetzelfde hebben. Als we het niet over hetzelfde hebben, ontstaat er wellicht verwarring en is ons gevoel van liefde misschien wel zo weer verdwenen.

Hoe ervaren we liefde? Als we liefde in onszelf waarnemen op momenten dat we er vol van zijn, kunnen we zien dat het uit onze diepste essentie oprijst. We ervaren het dan als onze werkelijke natuur. Daarom kunnen we ervan uitgaan dat het behoort tot de natuur van het Absolute zelf. Het is er simpelweg, op die ervaringsmomenten, zonder dat we erom vragen of er iets voor te hoeven doen. En het is er, omdat we op die momenten in staat zijn om dingen te laten en dus juist niét te doen.

Empathie en compassie

Omdat we ervan uit kunnen gaan dat in ons het innerlijke licht van bewustzijn altijd schijnt en straalt, ook als we dit niet kunnen ervaren omdat er blokkades zijn die dit innerlijke licht afschermen, kunnen we er tevens van uitgaan dat liefde er altijd is, maar door iets wordt afgeschermd en daardoor niet kan wordt gevoeld. Liefde is een gevoelservaring, vanuit een innerlijke zijns-staat die wordt gevoeld (met het hart) en begrepen (met de rede). Als gevolg hiervan zijn we empathisch en handelen we in compassie naar anderen en onszelf toe. Het wordt opgeroepen door natuurlijke hechting vanuit ons Ahamkara.

Wat schermt liefde af, die zich dus niet alleen in ons toont als gevoel, maar ook naar buiten toe als als begripvolle compassie en empathie? Wat doen we eigenlijk precies in onze geest waardoor het wordt afgeschermd?
Het zijn onze psychische mechanismen die automatisch optreden, die door ons meestal niet worden waargenomen, en die hierdoor in onze geest ongeremd hun gang kunnen gaan. Zonder dat we het in gaten hebben – in onze wakende slaap – raken we zo afgesneden van onze innerlijk Bron, onze diepste essentie, waar liefde deel van uitmaakt. We voelen dan andere en vaak heftiger gevoelens die ons afsnijden van het geluksgevoel dat liefde met zich meebrengt, kortom: gevoelens die ons ongelukkig maken omdat we ons vastklampen aan een of andere identificatie.

We zullen dus zicht moeten krijgen op deze geestelijke mechanismen voordat we überhaupt in staat zullen zijn om onvoorwaardelijke liefde in ons de ruimte te geven om zich op elk moment voluit te tonen. We krijgen zicht op deze geestelijke mechaniciteit door het te ontdekken, te herkennen, te benoemen, te herwaarderen en dan vervolgens op te geven, zodat de werkzaamheid ervan oplost. Psychische obstakels vormen in feite een dikke mist die kan oplossen doordat ons innerlijke licht erop gaat schijnen en het weg gaat stralen, zoals de zon ochtendmist weg straalt. Telkens als ze weer opspelen, want ze worden elke keer van buitenaf getriggerd, zien we ze eerder en hebben ze minder kracht. Ons diepe verlangen om liefde te erváren, in eenheid met alles en iedereen, maakt dat we niet opgeven om innerlijke obstakels op te geven.

Maar er is nog iets over te zeggen: als we liefde voor een ander mens ervaren, wil dat niet zeggen dat we die persoon ook altijd lief zouden moeten vinden. We kunnen houden van personen die zich misdragen, of ons zelfs schade zouden kunnen doen. Dit is goed te zien aan ouders die onvoorwaardelijk liefde hebben voor kinderen die het zeer bont kunnen maken. Ook hoeven we niet altijd lief te zijn voor de ander waarvan we houden. In het ‘spel’ van het duale leven zal altijd wrijving of spanning tussen ons en andere personen kunnen ontstaan waardoor die zich zal gaan ontladen in boosheid (er is niets tegen boosheid), maar ook in een geleide neutraliserende actie, ofwel zelfreflectief expressief, ofwel introspectief. Dit kan vanzelfsprekend alleen opgaan voor als we met onze Waarnemer in zelfherinnering blijven en niet in de wakende slaap geraken waarin we afgesneden zijn van onze Bron en ware Kennis.

Goede voornemens

We zien regelmatig deze houding bij goedwillende mensen: zij nemen zich voor enkel nog vanuit liefde te leven. Dit zal zeker een liefdevol en vredevol resultaat hebben als er vanuit deze intense wens een innerlijke stilte is en we geen tegenslag of onaangename triggers ontmoeten. Maar dit kan gauw worden verstoord zodra er iets voorvalt dat innerlijke stilte verdrijft en de eerder genoemde mechanismen weer volop de kans krijgen zich te manifesteren. Dit is het gevolg van dat men te weinig werk heeft verzet in het opgeven en oplossen van die innerlijke mechanismen, waardoor er wezenlijk geen basis is waarop, ongeacht de situatie, liefde kan worden gevoeld en ervaren.

De essentiële wens om vanuit liefde te leven komt uit het hart. De beslissing om hier 24/7 naar te gaan leven komt echter uit het hoofd en wat uit het hoofd komt, kan makkelijk worden verstoord door gevoelens die ontstaan door uiterlijke omstandigheden of het gedrag van anderen die iets ouds in ons triggeren. Dan kan de liefdevolle houding – wat iets anders is dan de liefde zelf – zomaar omslaan in het tegendeel. Het komt niet zelden voor dat een liefdevolle houding omslaat in wrevel of zelfs haat en uitsluiting.
Als dit het geval is, weten we dat we onze mentale mist zullen moeten gaan onderzoeken om te ontdekken wat er precies de oorzaak van is dat onze liefdeswens wordt verdrongen. Om dit dan vervolgens te gaan benoemen, te herkennen, te herwaarderen en op te geven.

Waar of niet waar

Als we inzien dat ware liefde behoort tot de onvergankelijke aspecten van de natuur van het Absolute – net als schoonheid, stilte, onvergankelijkheid, onbegrensdheid e.d. – zullen we ook inzien dat liefde die op het ene moment opkomt en op een ander moment weer verdwijnt geen ware liefde kan zijn. Iets dat werkelijk Waar is – met een hoofdletter w – is namelijk altijd waar en kan niet fluctueren, ook niet qua intentie. Daarom moeten we goed opletten dat we tijdelijke opkomende liefdesgevoelens niet verwarren met essentiële onvoorwaardelijke liefde. Tijdelijke liefde is er vanuit een tijdelijk vredevol aanwezig kunnen zijn, of ontstaat vanuit identificaties en verdwijnt door weer andere identificaties.

Natuurlijk is elk gevoel van liefde toch ook een afspiegeling van de liefdesnatuur van het Absolute, hoe verkokerd het zich in onze geest ook manifesteert. Zo bestaat bij veel mensen bijvoorbeeld een op identificatie gebaseerde dierenliefde: de liefde voor een huisdier, die heel echt wordt gevoeld, maar toch zeer in contrast staat met eten van plofkippen en kiloknallers. Het zal duidelijk zijn dat onvoorwaardelijke liefde de dieren in de bio-industrie nooit kan uitsluiten.
Een ander voorbeeld: de liefde voor een voetbalclub kan in iemands beleving wel onvoorwaardelijk zijn, maar is dat natuurlijk niet omdat het opponente clubs creëert waarvan niet kan worden gehouden. Alleen identificatie in onbewustheid doet deze beperkte gevoelens van liefde en verbondenheid ontstaan. Identificatie is echter tijdelijk (hoe lang het soms ook duurt) en de hieruit ontstane liefdegevoelens zijn hierdoor dan ook tijdelijk en dus niet onvoorwaardelijk. Die liefde is voor een groot deel op onszelf gericht.

En dan… verliefdheid. Wat heeft dit met liefde te maken?
Verliefdheid komt voort uit onze essentie. We voelen ons sterk aangetrokken tot iemand, ook weer dankzij ons ‘verbindingsinstrument’ Ahankara. We willen één worden met die ander.
Op volledige sterkte wordt onze uitgaande liefdesstroom geprojecteerd op een enkel persoon vanuit een krachtige essentiële behoefte die moét worden vervuld. Vanuit onze essentiële liefdesnatuur zoals hierboven beschreven is, wordt namelijk tevens de primaire oer-instinctieve wens in ons getriggerd om vanuit die eenwording nieuw leven te laten ontstaan. Dit wordt door ons gekend en begrepen als de behoefte aan lichamelijke eenwording door middel van liefdevolle seks.
Deze projectie is dus noodzakelijk voor ons voortbestaan. Uit deze verliefdheid kan een blijvende verbinding ontstaan; een blijvende uitwisseling van essentiële liefdesenergie tussen twee mensen. Sterker nog: middels een krachtige en duurzame liefdesrelatie met onze partner kunnen we effectiever tot zelfrealisatie komen.
Maar we zien helaas vaak dat dit toch niet het geval is en dat een heftige projectie van liefde op die ene persoon – als krachtige onbewuste identificatie – omslaat in een projectie van het tegendeel, die onze (onvoorwaardelijke) liefdesnatuur afdekt, met als gevolg: strijd, pijn, haat, scheiding, enzovoort.

Omdat liefde behoort tot de essentie (de natuur) van het Absolute, kan niets ervan of ervoor worden uitgesloten. Op zelfkennis.nu zijn een aantal mechanismes beschreven die (onvoorwaardelijke) liefde afschermen zodat we het niet kunnen ervaren. We kunnen die aanwezigheid van mechanismes herkennen aan het feit dat er in ons geen vrede is en we in negativiteit verkeren. Want is er liefde… dan is er vrede, en is er vrede… dan is er liefde, want liefde en vrede kennen geen oppositie.

.

Relevante pagina’s:

  • Ons ‘verhaal’
  • Identificatie
  • Interne consideratie
  • Stress
  • Ongeduld
  • Willen

© Michiel Koperdraat